Een nieuw wettelijk huwelijksvermogensrecht komt dichterbij

‹ Terug

Een blog van 26-05-2016

Op 19 april jl. heeft de Tweede Kamer met een grote meerderheid ingestemd met wetsvoorstel 33.987. Dit wetsvoorstel heeft als doel de omvang van de wettelijke gemeenschap van goederen te beperken.

Met de inperking van de huwelijksgoederengemeenschap vallen giften of erfenissen niet meer automatisch in de huwelijksgoederengemeenschap. Ook goederen en schulden die een echtgenoot reeds voor het huwelijk 100% in privé bezat, vallen buiten deze gemeenschap. Gemeenschappelijke voorhuwelijkse goederen en schulden vallen daarentegen volgens het voorstel wél in de huwelijksgoederengemeenschap. Het is van belang dat aanstaande echtgenoten zich daarbij realiseren dat als zij voor ongelijke delen gerechtigd zijn tot een gemeenschappelijk goed, zij door het huwelijk automatisch aanspraak maken op de helft van dit goed zoals dit volgens het huidige wettelijke stelsel ook het geval is. Een concreet voorbeeld maakt het eenvoudiger te begrijpen.

Stel: Jan en Marie wonen samen in een gezamenlijke koopwoning. Jan is voor 70% eigenaar van de koopwoning. Marie is voor de overige 30% eigenaar. Jan en Marie besluiten te trouwen. Zij maken geen afspraken, waardoor de wettelijke regeling van toepassing is. Door het huwelijk worden Jan en Marie ieder voor 50% eigenaar van de gezamenlijke koopwoning.
Waarschijnlijk hebben Jan en Marie bij de aankoop van de woning er bewust voor gekozen om het eigendomsaandeel voor 70% aan Jan toe te kennen en voor 30% aan Marie. Als zij deze verdeling bij het huwelijk in stand willen laten, zullen zij huwelijkse voorwaarden op moeten stellen net zoals ze dat in het huidige wettelijk stelsel ook hadden moeten doen. Hetzelfde geldt voor hun draagplicht voor schulden.

De kamerleden Segers (ChristenUnie), Van Nispen (SP) en Dijkgraaf (SGP) vinden overigens dat een extra keuzemogelijkheid moet worden ingebouwd en hebben een eerder ingediend amendement gewijzigd. In dit eerdere amendement werd aanstaande echtgenoten de keuze geboden om voor de algehele gemeenschap van goederen of de beperkte huwelijksgoederengemeenschap te kiezen. In de nieuwe tekst van het amendement wordt voorgesteld aanstaande echtgenoten de keuze te geven om – in plaats van het in het initiatiefwetsvoorstel voorgestelde basisstelsel van de beperkte gemeenschap van goederen – te kiezen voor de huidige algehele gemeenschap van goederen. Maakt men geen keuze, dan geldt het stelsel van de beperkte gemeenschap van goederen. Dit amendement is direct door de Tweede Kamer verworpen. Ik ben van mening dat dit een juiste beslissing is. Twee systemen in één wet is vragen om problemen. Bovendien voegt de voorgestelde keuzemogelijkheid weinig toe aan de huidige mogelijkheden. Immers, door middel van het opstellen van huwelijkse voorwaarden kunnen aanstaande echtgenoten reeds afspraken maken over hun inkomsten, vermogen en schulden. Het is dan ook mogelijk om in de huwelijkse voorwaarden voor een algehele gemeenschap van goederen kiezen. Het is raadzaam daarover bij deskundigen advies in te winnen.

Hoewel de Eerste Kamer zich nog over het definitieve wetsvoorstel zal moeten buigen, wordt verwacht dat het wetsvoorstel zal worden aangenomen. Het voorbereidend onderzoek door de Eerste Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie vindt plaats op 14 juni 2016. Zodra de uitkomst van dit onderzoek bekend is, kunt u daarover op mijn blog lezen.

Kremers Advocaten
Ginnekenweg 96
4818 JJ Breda
076 - 521 07 25
info@kremersadvocaten.nl

Akkoord
Wij gebruiken cookies om de ervaring op onze website te verbeteren, statistieken bij te houden en je toegang te geven tot onze social media.
Door gebruik te maken van deze website of door op akkoord te drukken, ga je akkoord met ons cookiebeleid zoals beschreven in het privacy statement. Je kan cookies ook niet accepteren.